Ervaringen van de laatste 30-40 jaren. Of iemand daar in geïnteresseerd is? Herinneringen van de lagere school?
Zo op het eerste gezicht niet zo veel. De namen van de meesters en juffen nog wel maar veel verder als: de kleine juffrouw van Beelen (en dat mag ik zeggen met mijn lengte!), juffrouw De Vos, mevrouw Kerssens-Tol, de lange mijnheer de Wit, de strenge mijnheer De Beer en mijnheer Hazelkamp kom ik niet.
Van de overlevering weet ik dat we in de tweede klas een kerstspel gespeeld hebben, daar heb ik één van de eerste (zwart-wit) foto’s van in een album geplakt.
Enkele gedachten: Tony (en zijn broers) waren voor Feijenoord en daarom was ik voor Ajax. Fantast Frank had thuis een drumtoestel: ik ben wel bij hem thuis geweest om te kijken maar gezien heb ik ‘m nooit L. Pesten werd in die tijd nog niet echt aangepakt: Cock en Peter vonden het wel leuk om dat bij mij te doen. En zeker Cock was veel sterker! Gymen in de gymzaal, buitenspelen op het speelplein.
En ja, meisjes, dat was helemaal niets voor mij. Die vreemde wezens zaten op het Mossenest. En ik, arme ik, was ziek tijdens één van de CITO-toetsen en moest deze daarom inhalen en meedoen met klas 6 van het Mossenest. Dat ik die toets ooit nog (goed) gemaakt heb…
Het misdienaarschap herinner ik me nog wel: liever een begrafenis dan de klas. Het door André gememoreerde optreden heb ik niet op mijn vaste schijf geplaatst.
Je kwam de klasgenoten later op verschillende plaatsen tegen, zoals Kees en Paul in een jazz(school)band. En Hans C. bij het basketballen, geloof ik. Zette jij je in die tijd trouwens niet af tegen de maatschappij? De overlijdensberichten van mijnheer Hazelkamp en Leo Zuidhof, die naar het Zuiden verhuisd was. En als je eens rustig voor het TV-kastje zat, kon het gebeuren dat je Hans O. of André in beeld zag: “mijn klasgenoten” J). Hermans naam dook bij de KNVB op.
Ook al heb ik Hillegom nooit verlaten: van de oude klasgenoten kom ik alleen Hans C. af en toe eens tegen. En Frank die na 15 of 20 jaar weer eens voor de deur stond. Zijn lieve moeder woonde toen weer in Hillegom na het avontuur en het schitterende huis in België,
Mijn liefde voor sport en voetbal in het bijzonder kwam op de Jozef naar boven. Met buurtgenoten voetballen op het veldje achter het Jeugdhuis of op straat. Het Concordia–veld lag tenslotte naast de vuilnisbelt vlak om de hoek. Op de middelbare school, het Fio in Lisse, werd dit vervolgd. Liever geen huiswerk maar snel naar buiten: een 7 betekende al een verkeerde keuze: teveel geleerd en dus te weinig gevoetbald! Hoe ik de Havo gehaald heb…. Daarna het Atheneum, als voorbode van het Heao: dat was aanpoten en heb ik echt wat moeten doen.
Ik ben in de administratieve wereld terechtgekomen, op het snijvlak van administratie, financiën, administratieve organisatie en ICT. Van ICT-specialist tot administrateur en controller. De laatste jaren werk ik als controller en hoofd van de financiële afdeling bij een kinderopvangorganisatie in Den Haag. En mijn collega’s? 90-95% vrouwen.
Persoonlijk ben ik de grijze muis gebleven die ik, denk ik, altijd geweest ben. Huisje, boompje, beestje: gelukkig getrouwd, ondertussen twee tieners en nog steeds woonachtig in Hillegom, ongeveer op de velden van Boer Karis, achter in Elsbroek. Voetballen doe ik al even niet meer. Dit viel niet meer te combineren met mijn scheidsrechtersloopbaan, die qua top reikte tot het hoogste amateurniveau.
Ik kom de 9e zeker. Misschien niet vanaf het begin: de zaterdagmiddag is nog altijd gereserveerd voor het fluiten en in mei worden de belangrijkste wedstrijden gespeeld en dat zijn ook voor ons de krenten in de pap.
Jos Angevaare