woensdag 29 april 2009

Ronald: van muskusratvanger tot restaurateur van het Rijksmuseum


De lagere school, de eerste paar klassen ‘s ochtends met je step de Elsbroekerlaan af en dan rechtsaf langs Stassen en café ”De Lord”, even verderop werd graan gelost…. Later werd de step ingeruild voor een fietsje. Was het niet zo dat je naar mate je ….. ook van links naar rechts in het fietsenhok verplaatste?
De reünie was een reden eens te kijken wat je nog aan beeldmateriaal hebt om herinneringen op te halen. Je gaat bij je ouders te raden en dan blijkt de oogst toch erg mager.
Momenten die bij je op komen zijn de verjaardagen van Paul en Kees Broekhof op de Wilhelminalaan. En was het niet Rene van Kruizen die op het speelplein tot orde werd geroepen door één van de “meesters” waarbij hij al rondslingerend tot de orde werd geroepen?
De tijd is voorbij gevlogen, en wat ben je gaan doen na die periode met alleen jongens achter dat ijzeren hek en met het achterlaten van datzelfde ijzeren hek de wereld langzaam aan voor je werd geopend?
De CITO toets gaf Havo niveau aan. Het doorlopen van de Havo op het Fioretti college duurde voor mij zes jaar. Na de Havo werd het tijd om keuzes te maken voor je toekomst. Hoe oud ben je dan, 17? Ik wist het toen echt nog niet, het studententype was ik niet. D’Witte Lelie in Amsterdam heb ik een half jaartje geprobeerd -aardrijkskunde en biologie, toen ik les moest geven, ben ik snel afgehaakt. Diverse baantjes gehad, eigenlijk opgepakt wat er op je pad kwam: betonstorten in de nieuwbouw te Hoofddorp, keukenhulp in Keukenhof ach noem ze maar op. Er komt net vandaag een overzicht binnen van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor Landbouw, waarschijnlijk uit mijn tijd als muskusrattenvanger in Drenthe, zo zal ik er nog wel een paar pensioentjes hebben opgebouwd. Tussendoor, het was 1980, militaire dienst.
In 1986 kwam ik tot het besef dat er iets moest gaan gebeuren wilde ik lijn in mijn toekomst krijgen.
Ik nam mij voor timmerman te worden. Restauratie leek mij wel wat. Toentertijd startte op de IJmond MTS in Santpoort Noord een opleiding die in Nederland een eerste in zijn soort was: restauratietechniek in combinatie met een bouwkunde opleiding. Ging je volgens de letter van de wet na wat de criteria waren waaraan je moest voldoen om die opleiding te kunnen volgen dan maakte ik geen kans. Mijn HAVO diploma bestond uit een dusdanig vakkenpakket dat alles behalve de gevraagde exacte vakken bevatte. Mijn leeftijd gaf echter de doorslag, ik mocht de opleiding volgen.
In mijn stage periode kwam ik in contact met mijn huidige werkgever, een architectenbureau uit Amersfoort. Ik werd gevraagd mijn stage af te ronden als bouwkundig tekenaar op een nieuwe klus in Amsterdam wat toen net aanving. Ik woonde in Drenthe. Toen ik inging op het aanbod ging ik uit van een klus van een paar jaar….Ik zit inmiddels twintig jaar bij dit architectenbureau en ben bijna niet meer uit Amsterdam weggeweest . Sinds 2001 ben ik als projectleider betrokken bij de restauratie van het Rijksmuseum waar ik zitting heb in het ontwerpteam en waarbij ik namens ons bureau de verantwoording heb voor de restauratietechnische kant van dit project.
Timmerman ben ik nooit geworden. Ik woon nog steeds in Drenthe ben getrouwd en heb een dochter van al weer 17. Ik zie jullie allen op 9 mei a.s.
Ronald van Wakeren

dinsdag 28 april 2009

Uit het plakboek van Fred




Ik heb nog twee foto’s van de scouting kunnen vinden uit 1969 waar enkele klasgenoten op staan. Onder wie Niels Koopman, Andre Nelis, Walter Loogman, John van der Lans. Een is op de Domtoren genomen. Ik weet dat er toen ook een duivenei naar beneden is gegooid.
De ander is op de hei genomen. Als ik het goed heb in de buurt van Zeist.


Fred Mooijekind

“Vol op in de energie”








Hallo mannen (klasgenoten),

Regelmatig kijk ik naar het programma van Rob Kamphues en dan denk ik: Toch wel leuk zo’n reünie.
Ik was daarom blij verrast toen ik een aantal weken terug een e-mail van Herman Poos ontving met de vraag of ik de echte Fred Mooijekind van de St. Jozefschool van de periode 1966 tot 1972 ben.
Dat is inderdaad zo. Na dat positieve antwoord kreeg ik de vraag wat mijn herinneringen zijn aan de tijd op de Jozef jongensschool en daar buiten.

Ik heb genoeg herinneringen:
Zoals John van der Lans al schetste in zijn verhaal moesten wij 2 keer per dag met de step (later op de fiets) van Beinsdorp naar Hillegom en weer terug. Op deze “reizen” maakten wij nog wel eens wat mee. Bijvoorbeeld: het dempen van de haven aan Jonkheer Mockkade; lekker door het net gestorte zand lopen en uiteraard wegzakken, met als gevolg een nat pak.
Verder weet ik nog dat ik een keer een slang van een trailer van Cementbouw heb los getrokken, waarop John een hoeveelheid motorolie van de compressor over zich heen kreeg.

Niet alle namen van de juffrouwen en meesters ken ik meer, maar mevrouw Van Beelen komt wel gelijk in mij op. En uiteraard ook die van meester Duwel .

In de tweede klas werd gevraagd of er jongens waren die misdienaar wilden worden. Dat leek mij wel wat. Evenals de daaraan gekoppelde misdienaarreisjes naar Bosbad Hoeven. De reisjes waren leuk. Van kapelaan Harding kregen wij dan een gulden zakgeld. Maar ook de extra vrije dag van school was uiteraard meegenomen.

In de vierde klas kregen wij een tijdelijke juffrouw. Haar naam weet ik niet meer, maar zij was wel modern. Voor een tekenles gingen we naar de tuin achter de Jozefkerk. Volgens mij was dit nog niet eerder voorgekomen dat wij voor een les naar buiten mochten. Meester Van Sluis reed volgens mij in die tijd in een Fiat. Regelmatig opperde ik dat hij een Mercedes moest nemen, want een Fiat vond ik geen echte auto. Ik ben benieuwd of hij mijn “wijze raad” later nog heeft opgevolgd?

Mijn lagere schooltijd werd voor mij wel overschaduwd door het veel te vroeg overlijden van mijn moeder en vader toen ik respectievelijk 6 en 7 jaar oud was. Sommigen zullen dit misschien nog weten.

Tijdens de periode op de Jozefschool waren John van der Lans en Joop van Roode de vrienden waar ik de meeste tijd in Beinsdorp mee doorbracht. Op zondagmiddag met John en Joop met de door Joops vader en broer (volgens mij heette hij Piet) zelfgemaakte zeil/roeiboot “Pluis” varen naar de haven van Hillegom en uiteraard haalde ik daar ook weer een nat pak. En met z’n allen vissen op de steiger bij van Engelen in Beinsdorp.

Bij velen lees ik de belangstelling voor meisjes op de lagere school. Maar tegenstelling tot de anderen had ik in die periode nog niet zo’n interesse in meisjes. Dit is later wel goed gekomen.

Mijn studieresultaten waren in die tijd niet zo verschrikkelijk goed. Er stond regelmatig in mijn rapport: “Fred bemoeit zich teveel met andere, hij kan veel beter”. De 6e klas heb ik helaas niet af kunnen maken in Hillegom. In Noordwijk heb ik op de Christus koningschool de school afgerond.
Daarna ben ik naar de KTS in Voorhout gegaan en heb in 1976 het diploma metaal bewerken gehaald, gevolgd door de opleiding werktuigbouwkunde MSG in Leiden.

In 1981 ben ik na mijn stageperiode gaan werken bij de Gemeente Bedrijven Noordwijk. Eerst in de montage. Later als werkvoorbereider. Daarna volgende nog vele andere functies. Ik ben niet een echte Job hopper, maar bepaalde banen kwamen bij mij gewoon op het pad. De studie heb ik tijdens mijn werk gelijk opgepakt. Immers de techniek staat niet stil en zoals het gezegde luidt: “stilstand is achteruitgang”.

Op het ogenblik ben ik werkzaam als Projectmanager bij Liander het netwerkbedrijf van voorheen Nuon. Mijn huidige werkzaamheden bestaan uit het verbeteren van verschillende in- en externe processen en als werkgroeplid bij de implementatie van een nieuw workflow management systeem in de Aanlegorganisatie. Ook het begeleiden van enkele nieuwe medewerkers behoort tot mijn werk. Dat doe ik met veel plezier.

In 1980 heb ik mijn vrouw Jolanda leren kennen, inmiddels zijn we ruim 26 jaar getouwd en hebben twee zoons: Dennis en Wesley (24 en 22 jaar). De oudste zoon woont samen met zijn vriendin in hun prachtige verbouwde huis in Noordwijk, wat wij grotendeels zelf in avonduren en weekends hebben opgeknapt.

In mijn vrije tijd mag ik graag op mijn racefiets of mountainbike stappen. Jaarlijks breng ik met vrienden een weekje in het buitenland door, om daar soms wat bergjes te pakken zoals de Mont Ventoux, Col du Galibier, l’ Alpe d’ Huez, le Bérarde. Afgelopen zomer was de Mont Aigoual, bij de kenners misschien wel bekend uit het boek “de Renner” van Tim Krabbe, aan de beurt. Dit jaar gaan we rijden in de buurt van Largentiere, in de Ardéche.

Maar voor tijd hebben wij eerst nog onze reünie en wil ik jullie allemaal graag weer zien.


Groeten en tot 9 mei,

Fred Mooijekind










dinsdag 21 april 2009

Mannenbroeders!

Verkeer ik in een midlife-crisis of is het mijn behoefte aan rust en duidelijkheid in deze roerige tijden? Feit is dat ik, sinds de oproep gedaan werd voor deze reunie, met warme gevoelens terug ga in de tijd en me met veel plezier weer in de schoolbankjes van de Jozefschool waan.
Persoonlijk heb ik slechts wat vage herinneringen, maar gevoed door de verhalen van jullie op dit blog komt er wel steeds meer boven.

Ik kwam in de tweede klas op de Jozefschool. Ons gezin woonde in de Lukas Schoonderbeekstraat, aan het eind van de Brouwerlaan, vlakbij het oude Concordia-terrein. Verderop in de straat woonden de Bakkertjes (dat was een groot gezin) en onze achtertuin grensde aan die van de familie Angevaare. Ik ging vooral om met de jongens uit de buurt. Behalve Tony en Jos herinner ik me met name Herman Poos, Hans Couzijn, Jan Schrama en Charles Bijwaard. Verder kon ik het goed vinden (dacht ik) met André Nelis en Peter Brouwer (die later in de klas kwam).

Op school was ik (ondanks mijn lange haar) een braaf en onopvallend knulletje; ik haalde goede cijfers. Het was voor mij een hele overzichtelijke en veilige periode. Veel buiten spelen, voetballen bij Concordia en misdienaar in de Jozefkerk. Een zorgeloze tijd.
Ik herinner me dat we de toenmalige europacup-successen van Ajax en Feyenoord op het speelplein vierden (ik liep trouwens moeiteloos over van het ene kamp naar het andere kamp, behaagziek als ik was...); de voetbalplaatjes (nu weer actueel) die we bij sigarenboer Rijnbeek op de hoek kochten, de godsdienstlessen van kapelaan Harding en de fiets die Hans Otte met een kleurwedstrijd won. Ik zie hem nog in triomf zijn ereronde fietsen.
Meneer de Beer in de vierde klas vond ik te streng en Meneer Van Sluis in de vijfde erg leuk. Van de schoolverlatersdagen weet ik dat we stukjes opvoerden bij de Chinees in Elsbroek. We moesten een soort auditie doen en André Nelis troefde mij af met een grappig vlooiennummer.

Het was volkomen logisch dat ik naar het Fioretti College in Lisse ging. Samen met Hans Couzijn fietste ik er dagelijks heen, maar het ging mis. De plotselinge aanwezigheid van meisjes daar en het gebrek aan zelfdiscipline braken ons op. Onze studieresultaten waren ondermaats en na één jaar werden we naar de Mavo gestuurd. Hans ging naar Heemstede en ik bleef in Lisse (Dominicus Savio). Onze wegen scheidden zich dus, maar frappant genoeg zijn we elkaar later (in de zorgsector) weer regelmatig tegengekomen. In 1991 stond mijn vriend bijvoorbeeld aan het kraambed van zijn Maaike bij de geboorte van zijn dochter Jet!

Na het falen in de brugklas was het voor mij gebeurd met de zorgeloosheid. Mijn moeder werd ziek en overleed in 1974 op 42-jarige leeftijd. Ze liet een hardwerkende vader achter, met drie introverte zonen en een dochtertje van veertien maanden. Mijn vader leerde een jaar later een andere vrouw kennen met vijf kinderen en onze gezinnen smolten samen in Noordwijkerhout. Met de dood van mijn moeder kon ik niet omgaan. Bovendien werd ik mij in de tijd steeds meer bewust van mijn homoseksuele geaardheid. Iets waar ik ook helemaal niet mee uit de voeten kon. Mijn tienertijd was dus geen plezierige periode. De Mavo heb ik met de hakken over de sloot afgemaakt, maar daarna was er geen school die mij wilde plaatsen. Dus ging ik maar werken in het bedrijf bij mijn vader: Koelhuis Hillegom aan de Derde Loosterweg.

Met de kennis achteraf zie ik nu dat ik door psychologische oorzaken niet het vermogen had om deze situatie te veranderen in mijn voordeel. Dat veranderde pas in 1984, toen ik mijn eerste vriendje leerde kennen en ik uit de kast kwam. Vanaf dat moment is het alleen maar beter en beter met mij gegaan. Mijn omgeving reageerde heel positief op mijn coming-out. Ik werd actief in het COC (regio Kennemerland), ging een beroepsopleiding doen en kreeg een baan in de gezondheidszorg. Eerst op De Bavo (psychiatrie) en later bij De Hartekamp Groep.(verstandelijke gehandicaptenzorg). Nu werk ik al jaren met veel plezier in een woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke handicap in Haarlem. Ik heb veel affiniteit met deze doelgroep en vind het fijn om iets voor anderen te kunnen betekenen.

In 1988 leerde ik mijn huidige vriend Niek kennen. We wonen in Haarlem en hebben een prima leven samen. Een mooi huis, veel vakanties en een druk, gezellig sociaal leven. We kennen slechts luxe problemen zoals chronisch overgewicht en geldtekort... We hebben het mooi voor elkaar.

Dat er ook nog kinderen op ons pad kwamen was helemaal het toefje slagroom op de taart! Een bevriend lesbisch stel kwam bij ons op de stoep met hun kinderwens, en na rijp beraad hebben wij daarin kunnen voorzien. Ik heb als donor gefungeerd voor twee dochters Ananda (2002) en Meike (2004). Ze wonen in principe bij hun moeders, maar zijn van donderdagmiddag tot vrijdagavond bij ons. Hun vader (s) staan dus dichtbij het gezin en hebben een behoorlijk aandeel in de opvoeding. Het gaat erg goed. We vinden het geweldig dat we dit nog mogen meemaken en genieten er met volle teugen van.

Voor een reünie was ik eigenlijk nooit zo te porren. Wat is de zin van terugkijken en zwelgen in nostalgie? Was het vroeger allemaal beter? Echt niet! Toch ben ik enthousiast geraakt voor dit initiatief. Het besef is gegroeid dat de lagere schoolperiode toch de basis is geweest voor een stabiel en gelukkig volwassen leven. Bovendien is het natuurlijk hartstikke leuk om elkaar te ontmoeten en oude herinneringen op te halen. Door verhalen van anderen komt er bij jezelf ook weer van alles boven. Ik hoop dus op een grote opkomst. Ik ben er sowieso bij. Tot de negende mei!

Gertjan de Haas



dinsdag 14 april 2009

Paul Broekhof: Mossennest zegt mij niets


Beste klasgenoten,

Als ik jullie herinneringen doorlees, neem ik mijn petje drie keer af voor het ijzeren geheugen waarover de meesten van jullie blijken te beschikken. Mossennest? Het zegt me (ook nu!) helemaal niets. Waren meisjes werkelijk zo belangrijk voor ons destijds, of hebben ze dat belang met terugwerkende kracht verworven?

Als ik bij mijzelf te rade ga, en het maakt niet uit hoe lang ik daarover doe, kom ik tot een schamele oogst. Ik herinner mij een vriend uit de vierde klas die naar Vlaardingen verhuisde, Wim Gottenbos, die als enige persoon ooit zich nooit vergiste als hij mij of Kees tegenover zich had. Zelfs als wij met onze rug naar hem toe stonden, wist hij de tweeling Broekhof uit elkaar te houden.

Toen we in de vijfde (?) zaten, kwam mijnheer Hazelkamp naar de Jozefschool. Om redenen die mij toen (en nu nog steeds) volstrekt onduidelijk waren, vonden wij hem absoluut ongeschikt voor onze school en hebben zelfs als klas “Staken!Staken!” gescandeerd om ons ongenoegen te uiten. Hoe fout kun je als kind zijn? Ik vind hem nog altijd de beste onderwijzer die we in die zes jaren gehad hebben.

Een heel andere herinnering speelt zich af in het schapenhok van het (destijds) nieuwe zwembad (de Vosse?). Charles Bijwaard bleek daar van duidelijk zichtbaar schaamhaar voorzien, iets wat hem mijlen voorsprong gaf op de rest van ons en in onze ogen meteen verklaarde waarom hij wel succes bij de meisjes had.

Verder blijft de hele Jozefschooltijd een vaag geheel, met uitzondering van het afscheidsfeest in het Chinees restaurant van de families Lie en Lai aan het einde van de zesde klas. Het is jammer dat er toen nog geen videocamera’s waren, want wat zouden we een prachtige beelden gehad hebben om op terug te kijken.

Na de Jozefschool ben ik, zoals zo velen, naar het Fioretti College in Lisse gegaan. Die jaren stonden volledig in het licht van het basketbal. Met een vast groepje jongens, en een paar meisjes, speelden we dag en nacht op het pleintje bij de Technische School. Ook toen ik ging studeren ( tropische landbouw in Wageningen), bleef basketbal het leidende element in mijn bestaan. Bij de lokale basketbalvereniging heb ik zo ongeveer alle mogelijke functies bekleed, soms meerdere tegelijk. Ik heb daar ook mijn vrouw ontmoet, met wie ik na bijna 30 jaar nog steeds samen ben en met wie ik inmiddels twee zoons van 12 en 13 (bijna 14) jaar heb.

Na de studie in Wageningen heb ik bijna 10 jaar in de ontwikkelingssamenwerking gezeten: in Afrika, het Midden-Oosten en in Azië. Eind jaren 90 ben ik daarmee gestopt en hebben we ons in Nederland gevestigd. We wonen nu alweer bijna 10 jaar in Heemskerk, vlakbij het duin waar ik met regelmaat een rondje hardloop. Voor mijn dagelijks brood ben ik trainer bij een Brits software bedrijf, een baan waarvoor ik vrij veel in het buitenland zit. Maar de 9e mei ben ik in Nederland!
Paul Broekhof

maandag 13 april 2009

Kees Broekhof mijmert over de Jozefschool

(Kees Broekhoef nu en toen als drie Koningen met de Paulen Broekhof en Nieuwenhuizen)


De verhaaltjes van de klasgenoten brengen allerlei herinneringen naar boven uit de Jozefschooltijd. Opvallend dat nergens mijnheer De Wit genoemd wordt. Weten jullie niet meer dat hij ons een tijdje les gaf in de derde klas? Een bijzondere man. Er stond in die tijd een groot interview met hem in het Haarlems Dagblad onder de titel: De Vrijheid van Ad de Wit. Waarom zou ik dat nou nog weten? Geen idee. Ik heb dat stuk zelfs niet gelezen. Maar dat hij in de krant stond, met een grote foto, waarop hij, heel filosofisch, op een soort keukenstoel zat, met zijn ellebogen op zijn knieën en zijn hoofd leunend op zijn handen, de blik naar binnen gekeerd, tja, dat maakte veel indruk op mij. Hij vertelde eens een verhaaltje over verschillende soorten mensen. Je had Bim-Bam mensen en je had Tralala-tralala-boem-tralala mensen. Herinneren jullie je dat nog? Over filosofisch gesproken. Paul en ik snapten geen bal van dat verhaal en na de les vroegen we meester De Wit wat hij ermee bedoelde. Hij wilde het niet zeggen, maar hij zei wel dat hij teleurgesteld was dat twee van die snuggere jongens het niet snapten!

Mij is het goed gegaan sinds mijn afscheid van de Jozefschool. Ik heb op het Fioretti College in Lisse gezeten en heb daar een fantastische tijd gehad, vooral in de bovenbouw. In heb in die tijd gebasketbald, trombone leren spelen en in de vijfde bracht ik veel tijd door met het bestuur van de leerlingenvereniging FSV, waarvan ik penningmeester was (daar bakte ik niets van, maar ik was gek op een meisje in het bestuur, dus we konden wat mij betreft niet vaak genoeg vergaderen). Na het Fioretti ben ik Engels gaan studeren in Leiden. Tijdens mijn studie heb ik Marijke leren kennen, met wie ik in 2000 getrouwd ben. Na de studie heb ik vervangende dienstplicht gedaan en ben uiteindelijk beland bij een landelijk onderwijsadviesbureau, waar ik allerlei projecten doe op het gebied van (taal)onderwijs en cultuur. We wonen in Oegstgeest en hebben een zoon, Maarten. Maarten is vijftien jaar en zit op het stedelijk gymnasium in Leiden. Muziek is nog altijd mijn grote passie. Ik heb de trombone 2,5 jaar geleden verruild voor de altsax en speel met veel plezier ouwe jazz, in een duo-bezetting met een accordeonist van kantoor en in een achtkoppige band met oude studievrienden.

Toen ik de lijst met namen zag van jongens uit onze oude klas, heb ik even bedacht welke herinnering sommige namen bij mij naar boven halen. Ik ben benieuwd of deze herinneringen bij anderen aanleiding geven tot andere herinneringen.
Frank van der Linden: De best geklede jongen van de klas (had zelfs een suède jack!)
Hans Couzijn: De drummer van de legendarische Batles, met een zelfgemaakt drumstel. We hebben toen van alles georganiseerd voor de verjaardag van mijnheer Hazelkamp, of was het een andere gelegenheid?
Herman Poos: Wist op school al dat hij journalist wilde worden, dat vond ik heel bijzonder.
André Nelis: Paul en ik waren met hem bevriend toen we nog op de Wilhelminalaan woonden. Hun gezin leek precies op het onze, met grotere broers en zussen en een klein zusje als nakomertje.
Wilfried Luschen: Toen Paul en ik op zijn verjaardag kwamen heb ik eens, tot ontsteltenis van Wilfrieds moeder, de hele luchtverfrisser in de wc leeggespoten; ik kende zo’n ding niet en vond het prachtig.
Mario van Deursen: Ik kwam een keer bij hem thuis en toen speelde hij een zelfgeschreven stukje muziek op de piano; ik was ademloos van bewondering.
John van der Lans: Kon in het zwembad ijzingwekkende bommetjes maken vanaf de hoge duikplank.
Ronald van Wakeren: Paul en ik waren smoorverliefd op zijn zusje Lucia; ik voelde mij een hele held toen ik eens ‘lekker stuk’ naar haar had geroepen toen ze hard voorbij fietste.
Charles Bijwaard: Een tijdlang trokken wij samen op na schooltijd. Wij maakten samen houten bootjes die we in de sloot lieten varen.
Paul Broekhof: Mocht in de vierde zijn opstel voorlezen voor de radio in Hilversum en tijdens het afscheidsfeestje van onze klas duwde hij, liggend op een tafel, een ‘zwaar’ gewicht met zijn buik omhoog, hilariteit!
Pieter Ruigrok: We gingen op zijn verjaardag eens eten in een sjiek restaurant in Haarlem (Dreefzicht?). Paul en ik hadden nog nooit zoiets meegemaakt!
Cock Zonneveld: Wilde vrachtwagenchauffeur worden, ben benieuwd of dat is uitgekomen.
Niels Koopman: Als er nieuwe Fabeltjeskrant-, Batman-, of voetbalplaatjes uitkwamen, had hij altijd de meeste plaatjes.
Hans Pouw: Mijn beste vriend op de lagere school; we hebben heel wat door Elsbroek gezworven na schooltijd, door de weilanden, over de bouwterreinen (waar we ook een hut hadden, De Zwarte Wolk) en we voerden eindeloze gesprekken.
Jan Schrama: Toen we op het Fioretti zaten kwam ik geregeld bij hem thuis, om te luisteren naar de muziek van Gerry Mulligan en Dave Brubeck.
Eric Stroombergen: Heeft nog eens de vraag ‘hoe wordt een tweeling gemaakt’ in de vragenbus van de klas gedaan; ik weet niet meer of die vraag ook behandeld is.
Jos van Rooden: Woonde bij ons in de straat en kon vreselijk goed voetballen.
Hans Otte: Won een fiets met het inkleuren van een kleurplaat. Ik was best jaloers, want ik werd, net als veel andere kinderen, afgescheept met een vaantje.
Wilfried Kocken: Paul en ik zijn wel eens bij hem thuis geweest, een prachtig huis aan de Van den Endelaan (of de Vannendelaan, zoals wij dat zeiden).
John Lai: Kwam later bij ons in de klas. Hij en John Lie werden gezien als een soort tweeling, een beetje zoals Paul en ik. De familie ontving ons gastvrij in hun Chinese restaurant in Elsbroek voor het afscheidsfeestje van onze klas.
De heer Van Sluis: Hij vertelde eens een heel lang spannend verhaal, waarin hij zelf alle rollen acteerde. Zoiets hadden wij nog nooit gezien.
De heer Duwel: Een geweldige leraar, hij had veel gezag zonder daar streng voor te hoeven zijn. Je merkte dat hij echt gaf om zijn leerlingen.
Mevrouw Beltman-De Vos: Een leuke, levendige juf, geboren voor het onderwijs.



zaterdag 11 april 2009

Hillegom toen en nu



Met dank voor de ontvangen foto's is het filmpje over Hillegom en onze school weer bijgewerkt. Veel kijkplezier toegewenst!


vrijdag 10 april 2009

Verborgen talenten in onze klas

De reunie wordt steeds leuker. Misschien wordt het zelfs een swingend feest. Een artiest heben wel al in ons midden. Kijk maar naar deze beelden.
http://www.youtube.com/watch?v=fZCCKbybeRo