dinsdag 21 april 2009

Mannenbroeders!

Verkeer ik in een midlife-crisis of is het mijn behoefte aan rust en duidelijkheid in deze roerige tijden? Feit is dat ik, sinds de oproep gedaan werd voor deze reunie, met warme gevoelens terug ga in de tijd en me met veel plezier weer in de schoolbankjes van de Jozefschool waan.
Persoonlijk heb ik slechts wat vage herinneringen, maar gevoed door de verhalen van jullie op dit blog komt er wel steeds meer boven.

Ik kwam in de tweede klas op de Jozefschool. Ons gezin woonde in de Lukas Schoonderbeekstraat, aan het eind van de Brouwerlaan, vlakbij het oude Concordia-terrein. Verderop in de straat woonden de Bakkertjes (dat was een groot gezin) en onze achtertuin grensde aan die van de familie Angevaare. Ik ging vooral om met de jongens uit de buurt. Behalve Tony en Jos herinner ik me met name Herman Poos, Hans Couzijn, Jan Schrama en Charles Bijwaard. Verder kon ik het goed vinden (dacht ik) met André Nelis en Peter Brouwer (die later in de klas kwam).

Op school was ik (ondanks mijn lange haar) een braaf en onopvallend knulletje; ik haalde goede cijfers. Het was voor mij een hele overzichtelijke en veilige periode. Veel buiten spelen, voetballen bij Concordia en misdienaar in de Jozefkerk. Een zorgeloze tijd.
Ik herinner me dat we de toenmalige europacup-successen van Ajax en Feyenoord op het speelplein vierden (ik liep trouwens moeiteloos over van het ene kamp naar het andere kamp, behaagziek als ik was...); de voetbalplaatjes (nu weer actueel) die we bij sigarenboer Rijnbeek op de hoek kochten, de godsdienstlessen van kapelaan Harding en de fiets die Hans Otte met een kleurwedstrijd won. Ik zie hem nog in triomf zijn ereronde fietsen.
Meneer de Beer in de vierde klas vond ik te streng en Meneer Van Sluis in de vijfde erg leuk. Van de schoolverlatersdagen weet ik dat we stukjes opvoerden bij de Chinees in Elsbroek. We moesten een soort auditie doen en André Nelis troefde mij af met een grappig vlooiennummer.

Het was volkomen logisch dat ik naar het Fioretti College in Lisse ging. Samen met Hans Couzijn fietste ik er dagelijks heen, maar het ging mis. De plotselinge aanwezigheid van meisjes daar en het gebrek aan zelfdiscipline braken ons op. Onze studieresultaten waren ondermaats en na één jaar werden we naar de Mavo gestuurd. Hans ging naar Heemstede en ik bleef in Lisse (Dominicus Savio). Onze wegen scheidden zich dus, maar frappant genoeg zijn we elkaar later (in de zorgsector) weer regelmatig tegengekomen. In 1991 stond mijn vriend bijvoorbeeld aan het kraambed van zijn Maaike bij de geboorte van zijn dochter Jet!

Na het falen in de brugklas was het voor mij gebeurd met de zorgeloosheid. Mijn moeder werd ziek en overleed in 1974 op 42-jarige leeftijd. Ze liet een hardwerkende vader achter, met drie introverte zonen en een dochtertje van veertien maanden. Mijn vader leerde een jaar later een andere vrouw kennen met vijf kinderen en onze gezinnen smolten samen in Noordwijkerhout. Met de dood van mijn moeder kon ik niet omgaan. Bovendien werd ik mij in de tijd steeds meer bewust van mijn homoseksuele geaardheid. Iets waar ik ook helemaal niet mee uit de voeten kon. Mijn tienertijd was dus geen plezierige periode. De Mavo heb ik met de hakken over de sloot afgemaakt, maar daarna was er geen school die mij wilde plaatsen. Dus ging ik maar werken in het bedrijf bij mijn vader: Koelhuis Hillegom aan de Derde Loosterweg.

Met de kennis achteraf zie ik nu dat ik door psychologische oorzaken niet het vermogen had om deze situatie te veranderen in mijn voordeel. Dat veranderde pas in 1984, toen ik mijn eerste vriendje leerde kennen en ik uit de kast kwam. Vanaf dat moment is het alleen maar beter en beter met mij gegaan. Mijn omgeving reageerde heel positief op mijn coming-out. Ik werd actief in het COC (regio Kennemerland), ging een beroepsopleiding doen en kreeg een baan in de gezondheidszorg. Eerst op De Bavo (psychiatrie) en later bij De Hartekamp Groep.(verstandelijke gehandicaptenzorg). Nu werk ik al jaren met veel plezier in een woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke handicap in Haarlem. Ik heb veel affiniteit met deze doelgroep en vind het fijn om iets voor anderen te kunnen betekenen.

In 1988 leerde ik mijn huidige vriend Niek kennen. We wonen in Haarlem en hebben een prima leven samen. Een mooi huis, veel vakanties en een druk, gezellig sociaal leven. We kennen slechts luxe problemen zoals chronisch overgewicht en geldtekort... We hebben het mooi voor elkaar.

Dat er ook nog kinderen op ons pad kwamen was helemaal het toefje slagroom op de taart! Een bevriend lesbisch stel kwam bij ons op de stoep met hun kinderwens, en na rijp beraad hebben wij daarin kunnen voorzien. Ik heb als donor gefungeerd voor twee dochters Ananda (2002) en Meike (2004). Ze wonen in principe bij hun moeders, maar zijn van donderdagmiddag tot vrijdagavond bij ons. Hun vader (s) staan dus dichtbij het gezin en hebben een behoorlijk aandeel in de opvoeding. Het gaat erg goed. We vinden het geweldig dat we dit nog mogen meemaken en genieten er met volle teugen van.

Voor een reünie was ik eigenlijk nooit zo te porren. Wat is de zin van terugkijken en zwelgen in nostalgie? Was het vroeger allemaal beter? Echt niet! Toch ben ik enthousiast geraakt voor dit initiatief. Het besef is gegroeid dat de lagere schoolperiode toch de basis is geweest voor een stabiel en gelukkig volwassen leven. Bovendien is het natuurlijk hartstikke leuk om elkaar te ontmoeten en oude herinneringen op te halen. Door verhalen van anderen komt er bij jezelf ook weer van alles boven. Ik hoop dus op een grote opkomst. Ik ben er sowieso bij. Tot de negende mei!

Gertjan de Haas



Geen opmerkingen:

Een reactie posten