dinsdag 5 mei 2009

Hiero Hans Otte over ai die Jozefschool


Mijn oudste herinnering aan de Jozefschool is dat ik als ventje van amper een paar turven hoog met mijn oudere broer Tommie en buurjongen Sjakie vanuit de Elsbroek naar school liep, nagezwaaid door mijn moeder. Via de Elsbroekerlaan, langs de schuur van Stassen, de hoek om bij de stoplichten aan de Leidsestraat. Daarna langs Willemse, de boerderij van Kares, café De Lord, zaadhandel Edelkerna en het huis van Witteman uiteindelijk langs de Jozefkerk.


Nu ik dit zo schrijf realiseer ik mij dat hiervan alleen de Jozefkerk er nog staat, en zelfs dat waarschijnlijk niet lang meer. Op mijn nog jeugdige leeftijd van 49 jaar ben ik al aangewezen op louter herinneringen om het oude Hillegom voor de geest te kunnen halen. Zoals mijn vader nog kan vertellen overvaren op de Oude Beek, en het werk in de beurtschepen in de haven. En mijn opa zelfs nog schijnt te hebben meegemaakt dat de Veenenburgerlaan, nu bijna een dijk, door een duinvallei liep.


De Jozefschool was de frêle juffrouw Beelen, die ons het woordje ‘ei’ in het ABN wilde laten uitspreken, maar niet één eersteklasser die daarin slaagde. Allemaal dachten we dat we het goed zeiden, maar een ‘ai’ is toch echt geen ei. Het ‘hiero’en ‘daaro’ heeft ze er trouwens wel uitgekregen. Daarna juffrouw De Vos, meester De Wit, Duwel, De Beer, Versluis en natuurlijk Van de Hazekamp. Allemaal hebben ze onuitwisbaar hun sporen in mijn bestaan gezet.

Duwel vertelde over de tanks in de straten van Praag nadat de Russen de Praagse Lente de kop hadden ingedrukt. De Beer heeft ’t Kofschip in ons kop geprent, dat is er ook nooit meer uitgegaan. Van Sluis mochten we kikkervisjes gaan zoekenvoor biologieles. Waar anders dan in het oude zwembad? En Van de Hazekamp… ja,daar kan ik nog om janken; streng maar rechtvaardig en veel te vroeg gestorven.


Maar natuurlijk is het ook de klas, ónze jongensklas, waar mijn gedachten blijven steken. Ik hoor en zie iedereen weer voor me. Eric Stroombergen met zijn korte, kromme pootjes. Mijn neef Frans Sassen met zijn schrille, hoge stem, de tweeling Paul en Kees Broekhof, Jan Schrama, Niels Koopman, de meesten jongens met beginnende interesse in het andere geslacht. Je moest er wel wat moeite voor doen om daarmee in contact te komen. Je kon door de pastoorstuin naar het Mossenest, maar je kon ook lid worden van het jeugdkoor van mevrouw De Groot. Want daar zat Sylvia Rijnbeek ook op, om niet het minste voorbeeld te noemen.


Wij moeten een bijzondere klas zijn geweest want zo’n beetje de helft bleef in elkaars buurt op het Fioretti College. En de anderen zagen we ook nog wel op het basketballveld bij de Technische School, of bij SDO in de zaal. Na Fio was ik niet de enige Jozefscholier op de School voor de Journalistiek in Utrecht: André Nelis en Herman Poos gingen ook de journalistiek in. Naast een aantal andere Hillegommers, trouwens. En André heb ik daarna ook weer de hand geschud bij de KRO.


Zelf ben ik via Veronica, RTL en SBS nu bij TV West en de Wereldomroep beland. Van de 28 jaar in de – voornamelijk Gooise - journalistiek heb ik de helft van de tijdin de Haagse politiek gezeten. Maar nooit heb ik, afgezien van mijn studietijd,Hillegom verlaten. Al 22 jaar ben ik getrouwd met Jeannette Boerop met wie ik aan de Albert Verweijlaan, een paar honderd meter van mijn geboorteplek aan de Sportlaan, drie zoons kreeg: Martijn (22), Casper (20) en Jeroen (19). Zij zijn niet naar de Jozefschool gegaan maar naar de Giraf, waar de leerkrachten overigens ook alweer zo’n 25 jaar lesgaven toen ons kroost bij hen in de klas kwam.


Maar geen van hen was een Beelen, een De Vos, De Wit, Duwel, De Beer, Versluis of laat staan een Van de Hazekamp. Mijn kinderen hebben veel gemist.

Hans Otte

1 opmerking:

  1. Op De Giraf geen Beelen, De Vos of De Wit? Kan wezen. Maar dat er geen Duwel was, is feitelijk onjuist.

    Kennelijk is jou niet bekend dat meester Leo Duwel de oprichter en eerste onderwijzer was van De Giraf. Hij heeft daar de eerste drie-en-een-half jaar gewerkt, op die toen nog naamloze school. Eerst in z'n eentje als meester van de eerste klas: een noodgebouwtje in Elsbroek waar nu de dokterspraktijk van Wallaart en Kelderman zit (begin Vincent v. Goghsingel, naast het basketbalpleintje van de LTS). Toen verhuisde de school-in-wording voor een jaar naar de Jozefschool, waar meester Duwel uiteraard zeer bekend was. Hij hield zelf de eerste klas op de noodlocatie, en klas twee kreeg juf Langelaan, Carla meen ik, die *ik* nou eens graag op een reünie te spreken zou krijgen om te horen hoe het haar vergaan is.
    Het jaar daarop verhuisde klas 3 naar de Rembrandtschool als 'tijdelijke gasten'. En heerlijk om meester Duwel weer terug te hebben. Het jaar daarop maakte meester Duwel plaats voor meester Van 't Nedereind, en kreeg de school de naam Giraf én het mooi gelegen gebouw achter in Elsbroek.

    Ik zat zelf in die eerste klas van meester Duwel heb de wordingsgeschiedenis van A tot Z meegemaakt. Vrij bewust zelfs, want ik vond alles wat met meesters, scholen en lesgeven te maken had ontzettend interessant - en vandaar dat ik sindsdien in het onderwijs ben gebleven.

    Net zoals jij mooie herinneringen hebt aan de Beelens en Versluizen, zo heb ik natuurlijk ook mijn dierbare herinneringen aan mijn Giraf-docenten. Want ook Jan Kuiper en Cees Zuiderduin hebben mij een tik van die molen gegeven, en Vincent Willems die later naar de Jozefschool is gegaan en nu al een tijd in Nieuw Vennep zijn eigen school drijft.

    Over meester Duwel gesproken: toen ik in 1995 promoveerde in de onderwijskunde leek het mij toepasselijk hem een exemplaar van mijn proefschrift te sturen. Want ik durf wel te zeggen dat hij aan de wieg van mijn interesse in onderwijs staat. Wie schetst mijn verbazing toen hij en zijn vrouw op de dag van mijn promotie plots de aula kwamen binnenlopen? Had-ie vrijaf genomen en was helemaal uit Monster naar Amsterdam afgereisd om de plechtigheid bij te wonen. Een typisch geval van brok in mijn keel. Van die dingen, ja, van die dingen.

    BeantwoordenVerwijderen